Het was mijn eerste werkdag na drie weken vakantie. Uitgerust was ik allerminst, zoals het afgelopen jaar zo ongeveer het geval was geweest en daarom had ik die morgen vroeg al een huisartsafspraak ingepland voor eind die week. Ik had dat jaar de spreekkamer van de huisarts al vaker gezien dan in de rest van mijn leven het geval was geweest, maar ik bleef intens moe. Ik had gehoopt uitgerust terug te komen van een heerlijke vakantie, maar zelfs een bergwandeling bleek voor mij niet haalbaar, ik was te moe……
Breekpunt
Aan mijn collega overhandigde ik een terugbel notitie op papier, en haar blik hield kort de mijne vast. Ze vroeg: ”gaat het wel?” Ik zakte neer op de stoel die het dichtst bij stond, het enige woord wat over mijn lippen kwam was “nee”, waarna ik vreselijk begon te huilen. Zeker anderhalf uur heb ik zo gezeten, terwijl stoppen met huilen een onmogelijke opgave was. Terwijl mijn collega na vijf minuten helder had dat ik naar huis moest, belde ze de teamleidster die op dat moment buiten de deur vergaderde. Er was paniek in de tent. Op dat moment namelijk was ik de enige secretaresse die voor handen was, omdat mijn collega secretaresse in het ziekenhuis lag met longproblemen, en niet snel terug zou komen. Na lang overleg werd ik naar huis gestuurd met de mededeling dat ik maar een dagje moest gaan uitrusten. Of ik ook wilde laten weten of ik veilig was thuisgekomen…… Een dagje uitrusten bleek niet genoeg, maar dat zou later pas blijken.